Wil je een betere interimmer worden? Ga eens backpacken. (En neem je kinderen mee.)

leestijd 5 minuten

j

geschreven door Lotte Bok

23 augustus 2024

Zo’n maand geleden bevond ik me in een benauwde, donkere kamer, zonder eigen wc, douche of stoel, in een jeugdherberg in noord Engeland. Ik had die dag met mijn kinderen op een bus staan wachten die niet kwam, om ons vervolgens in een andere bus die overvol zat te proppen, ons er weer uitgewurmd bij onze halte (die niet werd omgeroepen of aangegeven), en daarna mijn kinderen en mezelf ruim een half uur laten lopen met zware bepakking, over een ontzettend steile straat, en vervolgens een glibberig en nat strand, zonder precies te weten waar we heen gingen. Nu lag ik voor me uit te staren in het donker, terwijl mijn kinderen sliepen, zonder mogelijkheid om een lichtje aan te doen in onze gedeelde kamer, want dan zouden mijn kinderen wakker worden. Op de gang waren de geluiden te horen van een groep jongeren, en ik kon alleen maar hopen dat ze lekker op tijd naar bed zouden gaan, zodat we allemaal rustig konden slapen (spoiler alert: dat deden ze niet).

Backpack of rolkoffer

Het was in die situatie dat de vraag in me opkwam waarom ik, op mijn veertigste, nog steeds op deze oncomfortabele manier reis. Zou ik niet een keer mijn backpack aan de wilgen moeten hangen, en enkel nog accommodaties moeten boeken met luxe boxsprings, airo en geluidswerende muren, in plaats van opblaasmatjes, stapelbedden, ramen zonder insectengaas en muren van tentzeil of spaanplaat? Waarom hadden mijn kinderen eigenlijk backpacks en sleepte ik ze mee in bus en trein, en hadden we niet gewoon van die kleine rolkoffertjes voor ze gekocht, die geschikt zijn voor auto en vliegtuig?

Heel veel praatjes

Op zoek naar het antwoord op die vragen dwaalden mijn gedachten terug in de tijd, naar toen ik een backpackende twintiger was. Ik zag mezelf mijn hoofd koel houden in de chaos van een westafrikaans busstation. Leren geduldig te zijn tijdens het urenlang wachten op een bus die misschien wel, misschien niet, misschien vanochtend, misschien vanmiddag, misschien morgen zou komen. In een splitsecond beslissen of ik iemand zou vertrouwen, of niet. Voor mezelf opkomen, vriendelijk maar duidelijk andere mensen begrenzen die je willen aanraken / achtervolgen / iets aan je willen verkopen. Ik wist steeds niet waar ik aan toe was, moest steeds maar hopen dat het goed kwam, en moest vooral heel veel praatjes maken met mensen die heel anders waren dan ik om de praktische informatie en hulp te krijgen die ik nodig had om te komen waar ik wilde. Varen op intuïtie, vertrouwen dat het goed komt, en af en toe, als het niet goed kwam, gaan zitten, het zweet van je voorhoofd en de tranen van je wangen vegen, diep ademhalen, en een nieuw plan maken.

Leerschool

“Net als in mijn werk”, dacht ik. Zeker als je interim werkt, ben je eigenlijk ook een soort backpacker, die elke keer weer in nieuwe, onbekende situaties stapt, doet wat nodig is, vertrouwt op de locals in het werkveld. Je vaart op intuïtie, je levens- en werkervaring. Je moet regelmatig voor jezelf opkomen, vriendelijk maar duidelijk zijn, een warme collega, maar ook iemand die zich niks wijs en niet gek laat maken. In die zin waren de vakanties als backpacker eigenlijk de perfecte leerschool voor het werk dat ik nu doe. En, sterker nog: waarschijnlijk waren ze een belangrijke leerschool voor het hele leven.

Training

Precies die leerschool gun ik mijn kinderen ook. Daarom hebben ze geen rolkoffer, maar een backpack. Natuurlijk wil ik dat mijn kinderen een leuke vakantie hebben, maar ook één waar ze fysiek en mentaal sterker van worden. En precies dat gun ik mezelf ook. Zodat ik blijf trainen op de eigenschappen die ik nodig heb in mijn werk, en in het leven in het algemeen.

Ook gewoon leuk

En laten we wel wezen: een beetje uitdaging in je vakantie is ook gewoon leuk, zeker voor de kantoormens die zijn dagen zittend slijt. De dag die achter me lag, daar in noord Engeland, had ik immers ook zo kunnen omschrijven: ik had leuke gesprekken gehad met locals. Ik had gelachen met mensen die ik niet kenden, ze hadden me voorgelaten in de rij, geholpen om op tijd uit te stappen, en de weg gewezen. Mijn kinderen hadden de kans gehad om te laten zien hoe stoer en sterk ze zijn. We hadden een mooie natuurervaring gehad, extra genoten van het drankje wat we dronken toen we bij de jeugdherberg waren, en lekker gegeten. Onze kamer was hoog, droog en functioneel, en ik deelde hem met twee van de liefste en stoerste mensjes die ik ken. En doordat ik ’s avonds niets anders kon doen dan in het donker voor me uit staren, met op de achtergrondgeluiden van jonge mensen, had ik een hele avond lang kunnen genieten van herinneringen uit de tijd dat ik met een backpack rondreisde. Dezelfde backpack die nu naast me op de grond lag. En die ik, als het aan mij ligt, nog heel lang blijf gebruiken.

Meer lezen?